
Straffe steltlopertrek in het voorjaar van 2025
Doorheen het jaar komen in het Zwin zo’n dertig steltlopersoorten voor. In mei vielen vooral de grote aantallen tureluurs en bontbekplevieren op. Voor het eerst werden er meer dan 1000 tureluurs geteld, afkomstig uit West-Afrika en op weg naar het Hoge Noorden. Rond 20 mei bereikte het aantal bontbekplevieren een recordhoogte met 2269 exemplaren, een nooit eerder geziene piek in het Zwin.
In de afgelopen lente was in het Zwin heel straffe steltlopertrek te zien! Het Zwin is sowieso rijk aan vogelsoorten, maar een soortengroep waarvoor het gebied bijzonder interessant is zijn steltlopers. De meeste soorten van deze groep hebben met elkaar gemeen dat ze een groot deel van het jaar te vinden zijn op plekken met slik en ondiep water. Zo’n plekken zijn volop te vinden in de slikken en schorren van het Zwin. Geen wonder dat het hier zo’n beetje een magneet is voor steltlopers!

Een recordaantal bontbekplevieren en tureluurs
Doorheen het jaar zijn in het Zwin een dertigtal soorten steltlopers te vinden. Soorten die hier vooral voorkomen, zijn scholekster, wulp, zilverplevier, bontbekplevier, bonte strandloper en tureluur. In de tweede helft van mei vielen vooral de zeer grote aantallen tureluurs en bontbekplevieren op. In de eerste helft van mei werd voor het eerst de kaap van 1000 tureluurs in het Zwin overschreden. Dat waren tureluurs van noordelijke origine, die in West-Afrika overwinterd hadden en pas in mei onderweg waren naar hun broedgebieden in het Hoge Noorden. In het Zwin broeden ook tureluurs, maar ‘onze’ lokale broedvogels zaten op dat moment al op eieren. De ene tureluur is duidelijk de andere niet!
In de tweede helft van mei was het aan de bontbekplevieren om in niet eerder geziene aantallen het Zwin aan te doen. Tot ruim 2200 exemplaren bedekten de slikken van de Zwinuitbreiding op spectaculaire wijze in de laatste dagen van de maand! Na de winter te hebben doorgebracht in West-Afrika, was het Zwin een belangrijke stopplaats om nieuwe reserves op te doen voor het laatste deel van hun enorme trektocht naar hun Arctische broedgebieden.
Zwin als belangrijke halte voor doortrekkende steltlopers
Behalve hun voorliefde voor slik- en schorrengebieden als het Zwin, delen de meeste steltlopersoorten ook dat het indrukwekkende lange afstandstrekkers zijn. Ze leggen elk jaar opnieuw duizenden kilometer af tussen broedgebieden en wintergebieden. Dat is nog een reden waarom deze vogelgroep heel typisch is voor het Zwin, de Internationale luchthaven voor trekvogels!
Nu is het even rustig op steltlopervlak in het Zwin, maar dat gaat niet lang duren. Vanaf de tweede helft van juli beginnen in het Hoge Noorden broedende steltlopers alweer zuidwaarts te keren. Ze zijn net lang genoeg in hun frisse broedgebieden om eieren te leggen en de kuikens een beetje te helpen opgroeien. Dan vertrekken ze alweer op trek. Ze wachten niet tot de jonge vogels helemaal zelfstandig zijn. Die komen een aantal weken later onze kant op. Dankzij hun genetisch ingebakken trekinstinct kennen ze de weg. Vanaf de tweede helft van de zomer kan je in het Zwin dus weer volop genieten van steltlopers: plan dat maar al in voor je volgende bezoek!