Vogels van het Zwin

Jaarlijks landen in het Zwin vele duizenden vogels om er te broeden, te overwinteren of naar voedsel te zoeken.
Het is hier een voortdurend komen en gaan van vogels. Sommige houden even halt. Andere blijven weken of zelfs maanden ter plekke. Het Zwin is één van de belangrijkste vogelgebieden langs de Belgische kust en zelfs van heel België.

Het gebied heeft met recht en rede de bijnaam ‘de Internationale Luchthaven voor Vogels’!

In het Zwin zijn in totaal ongeveer 350 vogelsoorten vastgesteld. Een zeer hoog aantal. Slechts weinig gebieden in België kunnen een vergelijkbaar cijfer voorleggen. Ongeveer 200 soorten zijn jaarlijks waar te nemen, en ongeveer 100 daarvan komen voor als broedvogel.

Een aantal vogelsoorten zijn kenmerkend voor het Zwin. Voor de meeste hoort het Zwin ook bij de topgebieden in België. Die status is nog verbeterd sinds de Zwinvlakte begin 2019 maar liefst 120 hectare groter is geworden. Het gebied is nu nóg aantrekkelijker geworden voor veel vogels.

Wat broedvogels betreft, springen onder meer ooievaar, kleine zilverreiger, kokmeeuw, zwartkopmeeuw, kluut, bontbekplevier, strandplevier, visdief, dwergstern, zomertortel, boomleeuwerik, nachtegaal, blauwborst en Cetti’s zanger in het oog.

Ooievaar

Een aantal koppels ooievaars broeden jaarlijks in het Zwin Natuur Park.

Kluut

Het Zwin is één van de belangrijkste broedgebieden in België voor de prachtige kluut.

Visdief

Van april tot augustus bevolken vele visdieven de broedeilanden in het Zwin.

Nachtegaal

In de duinen van het Zwin zingen in het voorjaar heel wat nachtegalen hun prachtige lied.

Het luchthavenaspect komt het best tot uiting door al die trekvogels die langs komen. Veel soorten houden hier even halt om bij te tanken. In het oog springende soorten zijn lepelaars en steltlopers zoals zilverplevier, bonte strandloper, rosse grutto en regenwulp. Twee keer per jaar stoppen die vogels hier om te rusten en voedsel te zoeken onderweg tussen hun broedgebieden en hun wintergebieden. Op dagen met goede weersomstandigheden kan genoten worden van enorme aantallen langsvliegende trekvogels. Vooral in het voorjaar, en onder invloed van oostelijke winden, trekken soms grote aantallen lepelaars, roofvogels, graspiepers en zwaluwen voorbij.

Lepelaar

Voor lepelaars is het Zwin een belangrijk rustgebied tijdens de trekperiode.

Slechtvalk

Buiten de broedtijd zijn vrijwel steeds één of meerdere slechtvalken te zien in de Zwinvlakte.

Last but not least is het Zwin een belangrijk overwinteringsgebied voor heel wat soorten. Vooral tal van watervogels (ganzen, eenden, steltlopers) brengen hier het koude seizoen door.

Kolgans

Kolganzen uit het Hoge Noorden van Siberië komen in het Zwin overwinteren.

Smient

De smient is één van de talrijkste overwinterende eendensoorten van het Zwin

Bergeend

De unieke bergeend is vrijwel het hele jaar door in het Zwin te zien.

Scholekster

Een opvallende en luidruchtige steltloper die je niet kan missen in het Zwin: de scholekster.