Recente waarnemingen in het Zwin (april-juni)

De voorjaarstrek van vogels was prachtig in het voorjaar van 2019. Door de weersomstandigheden, met name wind uit noordoostelijke tot oostelijke richting op bepaalde dagen, werden van enkele soorten zeer hoge aantallen waargenomen.

25-06-2019

Zo was er in de periode 10-20 april zeer opvallende doortrek van graspiepers. Extrapolatie van enkele sampletellingen leverde voor die periode een totaal van 117.330 langstrekkende graspiepers op! Wellicht lag het werkelijke aantal dat het Zwin die dagen passeerde nog enkele malen hoger. In die periode was er ook opvallende doortrek van vele duizenden boerenzwaluwen en oeverzwaluwen. Op 8 mei was er spectaculaire trek van gierzwaluwen, met een geëxtrapoleerd totaal van zo maar even 17.451 stuks! Ook diverse schaarse doortrekkers waaronder purperreigers, zwarte wouwen en beflijsters werden in mooie aantallen opgemerkt.

630 broedparen zwartkopmeeuw

Dankzij nauwkeurige telling hebben we een goed zicht op de aantallen van bijzondere broedvogelsoorten. Eén van de meest in het oog springende soorten, was zonder twijfel de zwartkopmeeuw. Op de broedeilanden broeden dit jaar maar liefst 630 broedparen! Dat is ruim een verdriedubbeling van het vorige recordaantal broedparen in het Zwin van deze mooie meeuwensoort (190 paren in 2016). Zwartkopmeeuwen in Europa zijn al jaren het voorwerp van kleurringenonderzoek, en dat was te merken in het Zwin. Er werden in totaal 110 verschillende gekleurringde zwartkopmeeuwen genoteerd, uit 11 verschillende landen.

Het aantal kokmeeuwenparen (567) lag dit jaar iets lager dan vorig jaar. Daarnaast ook hoge aantallen kluten (62 paar) en visdieven (198 paar). Heel goed nieuws kwam van twee van de meest bijzondere broedvogelsoorten in het Zwin: er werden 24 paar dwergsterns en 1 paar strandplevier genoteerd. Voor beide soorten is het Zwin dit jaar de enige Belgische broedplaats. Verder zijn er dit jaar 1-2 paar bontbekplevier, min. 5 paar kleine zilverreiger, 47 paar blauwe reiger, 95 territoria graspieper, 16 territoria veldleeuwerik en 11 territoria roodborsttapuit. Voor sommige soorten zijn voormelde aantallen nog onder voorbehoud, omdat het de verwerking van alle broedvogelgegevens nog moet gebeuren na afloop van het broedseizoen. Grote sterns frequenteerden dagelijks de meeuwen- en sternenkolonie, maar kwamen niet tot broeden. Lepelaars waren heel het voorjaar aanwezig in het gebied. Vooral de Zwin-uitbreiding viel in de smaak. Enkele keren werden vogels waargenomen die met takjes in de weer waren, maar er werden geen concrete broedpogingen ondernomen. Misschien iets voor de volgende jaren? Het aantal pleisterende lepelaars liep doorheen het voorjaar gestaag op, met tot 47 vogels in de loop van juni. er werden ook veel exemplaren met kleurringen waargenomen: 11 in totaal, vrijwel allemaal van Nederlandse origine.

Zeldzame soorten

Er werden heel wat schaarse en zeldzame vogelsoorten gezien in de betrokken periode. Het meest opvallend waren zwarte ibis, grote burgemeester, hop en Balkanbaardgrasmus. Daarnaast ook waarnemingen van onder meer morinelplevier, zwarte specht, roodkeelpieper, bijeneter en Orpheusspotvogel.

Andere soortgroepen dan vogels waren uiteraard ook vertegenwoordigd. Er waren waarnemingen van zowel gewone zeehond als grijze zeehond. Zodra de temperaturen genoeg de hoogte ingingen, werden boomkikkers een gewoon zicht en – ’s avonds, als de mannetjes roepen – een vaak hoorbaar geluid.

Verder waren er waarnemingen van zanddoorntje (een zeldzame sprinkhanensoort, kleine borstelige graafwants (eerste waarneming voor het Zwin van deze zeldzame soort die alleen langs de kust voorkomt in België), fluwelen zeemuis (een soort borstelworm uit zee). Opmerkelijke libellensoorten waren zwervende pantserjuffer en zwervende heidelibel. Bij de overige insectengroepen waren er waarnemingen van de zeldzame bijensoort zilveren fluitje en de zeldzame vliegensoort harige langsprietwapenvlieg.

1000-soortendag

De hoge biodiversiteit in het Zwin kwam goed tot uiting door de resultaten van de 1.000-soortendag die op 24-25 mei werd georganiseerd. Toen werden op 24 uur in totaal 966 soorten waargenomen in het Zwin. De meest soortenrijke groepen waren planten (268 soorten), nachtvlinders (160 soorten) en kevers (106 soorten). Er werden een aantal bijzondere soorten waargenomen. Bij de nachtvlinders sprong meer dan één soort in het oog: kwelderpistoolmot (1ste waarneming in Vlaanderen), egale ruskokermot (3de waarneming/vindplaats in België, meteen een paar 10-tallen exemplaren), zeeruskokermot (in België alleen bekend uit het Zwin) en daarnaast ook ratelaarspanner, gepunctueerde grasmineermot, iepenkokermot, muurkokermot, zultebladroller en smalle weegbreemot. 

Ook heel wat bijzondere plantensoorten, met name drienervige zegge, malrove en kleine rupsklaver. Bij de overige soortengroepen waren in het bijzonder vermeldenswaardig: vergeten schorshoren (weekdier), duinvilla (vlieg), strandzandloopkever, Coniopteryx esbenpeterseni (een dwerggaasvlieg) en Campsicnemus simplicissimus, een soort slankpootvlieg (nieuw voor België en Nederland!).